Vrijdag 30 juli was zo'n dag, waarna zo'n avond volgde, die door zijn milde weer en een afnemende maan, uitnodigde een avondje onder de sterren te passeren. Eigenlijk wisten we, Paul, Pieter, Paul en ik, wel beter. Marcel moest helaas door overmacht verstek laten gaan. Het zag ernaar uit dat opklaringen de overhand zouden krijgen. Vanuit het westen dreigde nog wat bewolking op afstand, maar dat zou óf langsdrijven, óf pas zo laat ons uitje verstieren dat het geen probleem meer kon worden. Zelf kon ik me pas later bij het gezelschap in de Outback voegen.
Waarneemactie 30 juli 2010. Foto's © Paul Colenbrander,
Paul Kistemaker, Pieter Welters en RedLightGroup
|
|
![]() |
Toen ik tegen half elf aankwam en de Redlighters in de diepe schemering ontwaarde, wees nog niets op koortsachtige astro-bedrijvigheid. Wel stonden als trouwe wachters tussen de auto's drie kijkers te popelen: de beide dikke Dobsons en de Mewlon. De begroeting was als gewoonlijk hartelijk en het bleek de bedoeling eerst maar eens aan de koffie met koeken te gaan. Met de damp van de koffie op de brilleglazen werd ik attent gemaakt op het romantisch opkomende rode maantje. Dat komt zo, ik móest er op attent gemaakt worden, want deze dingen spelen zich meestal achter mijn rug af. Ook spectaculaire bolides en dergelijke gaan nog wel eens mis.
Toen de inwendige mens niets meer te wensen had voor dat moment, werden de kijkers opgezocht. Zowel Paul K's Orion UK Dobson, als Paul C's 'VLT' de 40 cm GSO stonden er tot dan toe wat verweesd bij en voor deze avond bleek er ook geen waarneemlijstje samengesteld te zijn. Ook niet zo vreemd; zó deep was de sky vanavond niet. Cirrus dook gaandeweg de uren op waar je hem toch niet verwachtte en de afnemende maan (k 0.87) liet zich niet meer negeren. Pieter, die voor zijn Mewlon een Fieldflattener/Focal reducer gekocht had wilde nog eens een paar planetaire neveltjes verschalken. Met het lange brandpunt van zijn cassegrain en de relatief hoge oppervlaktehelderheid, is storend licht minder een probleem.
Dat de aanschaf van de reducer weer tot gevolg had dat voor deze configuratie het hele focusseergebeuren op de schop moest, daar reken je dan niet meteen op. Dankzij de firma Baader en zijn eindeloze collectie converters en andere kwaliteits- hulpstukken bleek er behalve weer een aanslag op de portemonnee geen sprake van teleurstelling of miskoop.
De Dobsons die zo trouwhartig, gecollimeerd tot op de mm., stonden af te koelen
bleken vanavond concurrenten. De nieuwe 400 mm van Paul Colenbrander, die mede
dankzij practische informatie van de welbekende Jan van Gastel, en intensief
lees- en sleutelwerk van Paul zelf, nu retestrak uitgelijnd was moest het nu
maar eens opnemen tegen de 300 mm Engelse Orion van Paul Kistemaker. De laatste
had zich inmiddels al bewezen, de eerste werd voor het eerst zonder technische
vraagtekens in gebruik genomen.
Een door mij meegenomen Ronchi-roostertje van oeroude eigen makelij, liet op beide spiegels mooi rechte lijnen zien. Als puntbron diende Polaris, die maar een kleine 'eigenbeweging' heeft. Voor een Dob wel makkelijk! Al loerend door het Ronchi-oculairtje nam ik me voor binnenkort eens een meer professioneel exemplaar te kopen. Op de ATT kwam ik ze tegen. Toch eens weer op internet zoeken bij TS of anderen. Mijn exemplaar telt maar 4 lijnen per millimeter en een fijner raster komt de nauwkeurigheid ten goede.
Nou ja, bij beide kijkers zag het er goed uit, maar zo'n plaatje laat zich
niet in cijfers uitdrukken. Nog eens met een betere Ronchi kijken, als de eigenaren
akkoord gaan.
Nevelige objecten zoals M57 en M51 vond ik bij deze waarneemomstandigheid niet
dramatisch verschillend, zelfs de lichtwinst van de grotere dobson was maar
lichtjes waarneembaar. Ook M13 werd door beide kijkers prachtig opgelost: altijd
een spectaculair beeld; diamantjes op zwart fluweel. Kent U die uitdrukking,
diamantjes op zwarte fluweel
Al met al, een grote opening vraagt om goede seeing en een donkere hemel. Met half werk, zoals deze avond komen ze beide niet uit de verf. Alleen kun je vermoeden hoeveel reserves ze nog hebben. Ik kan niet wachten op de eerste rustige herfstavonden met plenty duisternis en een lichte grondnevel, voor een echte shoot-out.
Toen Pieter weer eens geterroriseerd werd door een hardnekkig en vooral traag
cirrusje die hem het fotograferen van de ringnevel onmogelijk maakte en noopte
een half uur te wachten op een opklaring, bleek Paul Kistemaker voorzien van
een op ruimtevaarttechnologie gebaseerde veldkeuken en
. Frankfurters +
mosterd. Al etend vergaten we de miezerige waarneemomstandigheden. Toen aansluitend
nog een sfeerverhogende fles werd ontkurkt,
kelderde de toch al dramatische grensmagnitude naar ongekende diepten.
Het cirrusgebied dat fatsoenlijke opnamen onmogelijk had gemaakt, schoof naar
verwachting door naar het oosten en maakte de weg vrij voor Pieters afsluitende
foto: de ringnevel die wel eerder met de TV 76 vastgelegd was, maar nog niet
met zo'n ruime vergrotingsfactor (F=2125mm)
Bij het licht van het laagstaande gele zomermaantje dat al op het zuiden koerste
kwamen nog niet dadelijk gedachten aan comfortabele warme bedden naar boven,
toch, puur practisch gezien viel de beslissing de spullen maar eens netjes te
gaan inpakken. 'morgen is er weer een dag'